Thuis heb ik lang getwijfeld of we tijdens onze reis door Vietnam de eeuwenoude stad Hué moesten bezoeken. Ik had de meest uiteenlopende meningen gelezen, waarbij de één laaiend enthousiast was over dit voormalige keizerrijk, terwijl de ander stelde dat er niets aan was en je deze plaats beter over kunt slaan. Uiteindelijk besloot ik dat ik me er toch graag zelf een mening over wilde vormen en dus namen we Hué op in onze reisplanning. Ik kan je vast verklappen dat ik me na het bezoek aan deze stad in geen van beide meningen kan vinden. Wij verlieten Hué vooral verward en verbaasd. Waarom? Dat lees je hier.
Nederlandse aanbevelingen
Na een reis van zo’n 14 uur per nachttrein kwamen we aan in oude keizerstad Hué. We verbleven in Jade Hotel (nu Charming Hotel genaamd), waar we warm verwelkomd werden. We kregen eerst een heerlijk ontbijtje voorgeschoteld en ook de kamer was perfect verzorgd. Tot zo ver was onze eerste indruk van Hué positief. Na het ontbijt besloten we lopend richting de oude citadel te gaan. Dit was in vervlogen tijden de nederzetting van de keizer. Vrijwel meteen nadat we de hedendaagse binnenstad uitgelopen waren begon het gedonder. We werden door meerdere cyclo chauffeurs gevraagd of we een ritje wilden. Vriendelijk sloegen we ze allemaal af en voor de meesten was dit voldoende om af te druipen. Eén chauffeur hield echter stand en duwde zijn boekje vol aanbevelingen van andere toeristen onder onze neus. “Look! Dutch people gave me a recommandation!” Ja, dat zien we, maar dat betekent niet dat we nu ineens wel gebruik willen maken van een cyclo. Toen de man door had dat deze truc niet ging werken besloot hij het over een andere boeg te gooien. Volgens hem gingen we verkeerd en lag de citadel helemaal de andere kant op. Op deze wijze probeerde hij ons om de buitenmuren van de citadel heen te sturen, waardoor we waarschijnlijk een kilometer of 6 hadden moeten lopen. Door gewoon door te lopen schudden we hem uiteindelijk van ons af en na letterlijk 100 meter stonden we voor de ingang.
De Citadel
Een beetje verward door de opstelling van de cyclo chauffeur gingen we de citadel binnen. Deze stelde ons nogal teleur. Het leek alsof er tot voor kort geen onderhoud gepleegd was. Bepaalde delen leken op instorten te staan en de omliggende ‘parken’ waren totaal niet onderhouden. Hier en daar waren mensen aan het werk om de boel op te knappen en sommige delen waren net in de verf gezet. Uiteindelijk was de citadel mooi, maar het had geen wauw-effect: leuk om gezien te hebben maar meer ook niet.
De Koninklijke tombes
We besloten Hué nog een kans te geven en kozen er de volgende dag voor om op de fiets verschillende koninklijke tombes te bezoeken. Veel mensen kiezen voor een boottocht maar we hadden meerdere verhalen gehoord over het enorm hoge tempo waarmee de tombes bezocht worden en daar hadden we niet zo’n zin in. Liever wat minder zien maar wel op ons gemak, zo was de redenatie. Uiteindelijk bleken de tombes verder uit elkaar te liggen dan we gedacht hadden, waardoor we er slechts twee bezocht hebben. Het verval was hier nog veel erger dan in de citadel. De boel leek bijna overal op instorten te staan en sommige heilige gebouwen stonden volledig in de steigers. We kregen echt het gevoel alsof we in een soort spookstadje terecht gekomen waren. Zonde, want het moet er ooit allemaal geweldig mooi uitgezien hebben.
Drinks, until the last one passes out
In de avond besloten we de hedendaagse binnenstad van Hué te verkennen. Vrijwel alle toeristen komen hier voor eeuwenoude bezienswaardigheden en voor de rijke geschiedenis van de regio. De binnenstad heeft hier op een zeer vreemde wijze op geanticipeerd: overal staan Vietnamese proppers (lees: meisjes van 1.50 met een verlegen lachje) te flyeren voor gratis cocktails en shotjes in kroegen die open zijn van “5 until the last one passes out”. We hebben hier ontzettend hard om moeten lachen, maar eigenlijk is het natuurlijk een totaal wanbeleid. De kroegen waren leeg en ook op de terrasjes waren weinig toeristen te bekennen. Niet heel vreemd natuurlijk, gezien het doel van de gemiddelde bezoeker aan Hué. Uiteindelijk vermaakten wij ons prima, maar na twee dagen hadden we het hier ook echt gezien en besloten we verder te reizen.
Hué is echt een geval apart. Wij hebben enorm gelachen om de vreemde binnenstad, maar wat betreft de citadel en de tombes is het natuurlijk eeuwig zonde dat deze zo slecht zijn onderhouden. Ik hoop dat dit in de nabije toekomst zal veranderen en dat de binnenstad ook flink onder handen genomen wordt. Want hoe grappig het ook is… het matcht natuurlijk voor geen meter met het doel waarvoor de gemiddelde toerist hier komt.
Heb jij ook wel eens soortgelijke ervaringen gehad met een vreemde stad?
Meer tips voor je reis naar Vietnam
Het kan zijn dat dit artikel affiliate links bevat. Dit betekent dat wij een kleine commissie ontvangen wanneer je via deze linkjes iets boekt. Dit kost jou uiteraard niets extra. Heb je iets aan onze tips gehad? Dan zouden we het super vinden als je je reis (of je huurauto, accommodatie, vliegticket, excursie of reisproduct) via de linkjes in dit artikel wil boeken. Heel erg bedankt en we wensen je een geweldige reis! Liefs, Kimber & Saskia
Als ik dit zo lees zou ik de stad overslaan mocht ik naar Vietnam gaan. Niets voor mij. Ik herken het gevoel wel.
Ik heb nogal een levendige fantasie en kan dan nogal door de werkelijk teleurgesteld zijn. Zo was mijn opmerking bij het SintPieterplein ” Is dit het nou??” en bij de Big Ben ” Ik dacht dat hij groter zou zijn” . De laatste teleurstelling had ik op Bali, bij het plaatsje Sanur. Had hier veel goede dingen overgelezen en er zouden mooie stranden zijn. Ik vond het strand niets aan en het stadje was een slaperig bejaarden bedoening.
Dat is voor mij ook herkenbaar! Ik vind heel vaak de meest opgehemelde dingen zo tegenvallen. Jammer is dat, dat er al zó veel over gezegd is dat het dan uiteindelijk alleen maar tegen kan vallen…
Ik herken dit verhaal wel. Ik heb het wel gewoon leuk gehad in Hue maar heb er ook niet hele bijzondere herinneringen aan. Alles was in 2010 ook een beetje vervallen inderdaad. Dat ze het nachtleven zo proberen te promoten is me nooit zo opgevallen, maar misschien was dat 5 jaar geleden nog niet, of minder. Opdringerige cyclo-fietsers hadden we gelukkig ook geen last van 🙂