6 redenen waarom je in de winter naar Zweeds Lapland moet gaan

Je kunt het bijna niet gemist hebben: eind januari was ik met NoSun een week in Zweeds Lapland. Het was een prachtig avontuur bomvol bijzondere activiteiten. Terugkijkend op deze dagen zijn niet alleen de grote activiteiten zoals de huskytocht of de sneeuwscootersafari memorabel. Juist de kleine dingen maken deze reis onvergetelijk. Dit is naar mijn mening waarom je écht eens in de winter naar Zweeds Lapland moet.

#1 Noorderlicht spotten

Stiekem geen klein ding natuurlijk: het noorderlicht spotten staat volgens mij bij heel veel mensen heel hoog op hun bucketlist. Maar goed, het noorderlicht spot je in Zweeds Lapland, met een beetje geluk, helemaal gratis. Geen dure excursies naar zogenoemde dark spots, maar gewoon op de Burträsk Camping, in je achtertuin. Wij hadden meteen de tweede avond het geluk om dit bijzondere natuurfenomeen te zien. Toegegeven, het licht was absoluut niet op haar sterkst, maar alsnog een heel indrukwekkende ervaring!

#2 Bevroren neusharen

Je vraagt je vast af waarom ik bevroren neusharen als een reden noem om eens naar Zweeds Lapland te gaan. Heel simpel: tijdens mijn bezoek was het zó koud (temperaturen tot -32!) dat je neusharen bevroren zodra je buiten stapte. Ik vond dit zo gek en zo onverwachts, ik had er nooit bij stilgestaan dat die ook konden bevriezen. Naast neusharen bevroren ook mijn wimpers en mijn haar trouwens. Eén van onze lokale gidsen gaf het advies om ’s ochtends niet je gezicht te wassen. De natuurlijke vetten op je huid vormen een klein beschermlaagje tegen de kou en die moet je er bij deze extreme temperaturen niet afhalen. Een beetje gek, maar wel heel slim!

#3 Elanden, rendieren en ander wild zien

Ik ben gek op dieren en je maakt me met weinig blijer dan het spotten van wild. Gelukkig ben je daarvoor op de juiste plek in Zweeds Lapland. We zagen verschillende keren een groepje elanden in de bossen staan en toen we later ook een paar rendieren zagen lopen was mijn geluk wel aardig compleet. De elanden kreeg ik helaas niet goed op de foto, de rendieren gelukkig wel. Verder zag ik ook nog een paar herten door de sneeuw springen en waren het aantal sporen van hoenders, hazen, beren en ander wild niet op twee handen te tellen.

#4 Tot je knieën in de sneeuw staan

In Lapland ligt eind januari zo veel sneeuw, dat je gemakkelijk tot je knieën en soms zelfs tot halverwege je bovenbenen wegzakt in de sneeuw. Misschien is het wat kinderlijk, maar ik vind het echt super leuk om dit te ervaren. Er doorheen lopen is trouwens wat minder: zelfs met speciale sneeuwschoenen aan kom je amper vooruit in zulke hoge sneeuw en ik raakte binnen no time buiten adem.

#5 Prachtige zonsondergangen

Voor de mooiste zonsondergangen moet je absoluut in Scandinavië zijn. Ik genoot vorig jaar in Noorwegen, en later in het jaar in Finland, al van de meest indrukwekkende zonsondergangen en ook Zweden stelde me hierin absoluut niet teleur. ’s Ochtends werden we getrakteerd op een redelijk felle zon die het landschap een zachte gloed gaf. ’s Middags, als de zon rond 2 uur al weer onder begon te gaan, kleurde de lucht van geel naar oranje en van roze naar paars. Een ware traktatie waar ik elke dag opnieuw intens van genoot.

#6 Lege skipistes

Toegegeven, voor mijzelf is dit niet per se een plus, aangezien ik niet kan skiën en snowboarden, maar ik kan me heel goed voorstellen dat anderen dit fantastisch vinden. Wij gingen met de groep een dagje naar de piste en er waren slechts 2 (!) andere skiërs. Vooral voor beginners is dit denk ik de ideale plek om de fijne kneepjes van deze sport onder de knie te krijgen.